WILHELMINASLUIS  

 ANDEL

30 juli 1943 P47-C Thunderbolt bij Werkendam/Nieuwendijk 


Op 30 juli 1943 onderneemt de US 8th Air Force met 186 B-17’s een aanval op de Messerschmitt fabrieken in Kassel. 107 P-47 Thunderbolts v an de 4th, 56th en 78th Fighter Group waren aangewezen om deze bommenwerpers op de terugweg te beschermen.
Als de Thunderbolts de bommenwerpers bij Winterswijk ontmoeten, worden die al aangevallen door tussen de 100 en 200 Duitse jagers. De Thunderbolts verspillen geen tijd en gaan onmiddellijk in de aanval. Een enorme luchtslag ontwikkelt zich waarbij beide partijen verliezen lijden. Zo claimt JG26 o.a. een neergeschoten P-47 van de 56th Fighter Group, het toestel van Jack Horton.
Het toestel crasht zo’n drie kilometer ten zuiden van Werkendam en 1 km ten westen van Nieuwendijk in de Biesbosch in een gebied dat de Hoge Polder wordt genoemd. De Hoge Polder behoorde in die tijd tot de gemeente Hank.


Op 31 juli 1943 verklaart 1 e Luitenant Hiram O. Bevins(1) :“I was flying no. 3 in Blue flight. At the time when we made Rendezvous with the bombers, 3 ME 109’s were sighted below. At that time blue flight leader peeled off and started in a diving attack. The last time I saw Blue 2, lt. Horton, was in this dive, following Blue 1.” 
Op het moment dat het vliegtuig van Horton uit het oog werd verloren, bevond de Blue Flight zich in de buurt van Ede.

 

Ook op 31 juli 1943 maakt Donald D. Renwick (2), operations  officer voor het hoofdkwartier van het 61th  Fighter Squadron een rapport op over een zoektocht die een dag eerder is gedaan.
“At 17.20 hours, 30 july 1943, fourteen (14) aircraft were airborne from this station in command of the undersigned. Six (6) aircraft were detailed to search from an altitude of two hundred (200) feet while eight (8) aircraft gave protective cover at three thousand (3000) and four thousand  (4000) feet.  
The search was conducted per instructions of Combat Operations 4th  Defense Wing. Visibility was very poor due to haze, however the search covered an area of the North Sea approximately forty-five (45) miles square off shore of the Orfordness Area. A report that an unidentified pilot of an Thunderbolt had been forced into the sea in that area had been received, thus bringing about the action taken. No results are to be reported.”
Heel curieus dat onder dit rapport met de hand is geschreven:
 “This search was made for both lt. Horton + lt. Stover.” (3)

Horton raakt in gevecht met minstens één vijandelijk vliegtuig en komt zo terecht in de buurt van Werkendam. Op een hoogte van ca. 500 m. vindt daar zijn laatste gevecht plaats. 30 Juli 1943 is een mooie zomerse dag, boeren zijn dan ook in die omgeving graan aan het maaien als rond 10.30 uur het toestel brandend neerstort. Het toestel komt redelijk intact op de grond, maar wel vliegt een deel van het graanveld in brand. Willem A. Groenenberg, die in de buurt aan het werk is op het land, schiet te hulp, maar bij zijn poging de piloot uit het toestel te halen raakt hij door een explosief zo zwaargewond, dat hij enkele dagen later op 3 augustus 1943, slechts 44 jaar oud, aan deze verwondingen overlijdt; hij laat een jong gezin achter.
Ook wrang is dat zo’n zes weken na zijn sneuvelen een dochter van Jack Horton wordt geboren.  Een aantal jaren geleden heeft deze dochter met haar man en twee dochters een bezoek gebracht aan Nederland. Ze heeft toen de crashplaats bezocht, maar ook de begraafplaats in Nieuwendijk waar Willem A. Groenenberg ligt begraven.
In Hank werd de plaats bezocht waar Jack van augustus 1943 tot 23 juli 1945 lag begraven, alvorens hij werd overgebracht naar Margraten.

 Jack W. Horton, geboren op 19 mei 1920, is afkomstig van Chautauqua, New York, waar hij na twee jaar College fabrieksarbeider wordt. Op 21 januari 1942 gaat hij via inschrijving in Buffalo in dienst bij de USAAF, nr. O-793627, om als jachtpiloot bij het 61st Fighter Squadron, 56th Fighter Group, vanuit Halesworth in Engeland aan de oorlog deel te nemen.

 2e Luitenant Jack Horton vliegt de Republic Thunderbolt P-47C 41-6265, code HV-E “Francy Ann”. Hij ligt begraven in Margraten, Nederland, vak O, rij 21, graf 2. Hij werd onderscheiden met de Air Medal en een Purple Heart.

 1) 1e  Luitenant Hiram O. Bevins wordt op 3 september 1943 neergeschoten in de buurt van Parijs. 
Hij overleeft de crash en wordt krijgsgevangen gemaakt.
2) Als luitenant-kolonel wordt Donald D. Renwick van augustus tot oktober 1945 commandant van de 56th Fighter Group.
3) 1e Luitenant R.E. Stover blijkt te zijn omgekomen in de buurt van het dorpje Den Bommel. Alle informatie over hem is te vinden op de website van de Stichting WO2 Goeree-Overflakkee.

Willem Arie Groenenberg 

Willem A. Groenenberg overlijdt zoals eerder vermeld op 3 augustus 1943. 
De begrafenis vindt plaats op het kerkhof van Nieuwendijk, het graf is gelegen in vak E. 
Op het oorlogsmonument op het kerkhof is Willem A. Groenenberg eveneens vermeld, zij het dat daar als overlijdensdatum abusievelijk 3 augustus 1944 is vermeld. 
Op een verzoek tot correctie van deze datum is tot op heden door de beheerder van de begraafplaats niet gereageer
d.


Waldemar-H. Radener

Waldemar-H. “Waldi” Radener wordt geboren op   24 januari 1921 in Lüchtrigen in het Weser      gebied van Westfalen. Leutnant Radener komt  bij JG 26 in februari 1943 nadat hij zijn piloten opleiding heeft voltooid.  Hij wordt geplaatst bij 4./JG 26.
 Op 3 mei 1943 behaalt hij zijn eerste toegekende overwinning door het neerschieten van een Engelse Spitfire.
 Op 30 juli 1943 schiet hij twee USAAF P-47 gevechtsvliegtuigen, waaronder die van Horton, neer als zijn 4e en  5e  overwinning.
 Op 18 augustus 1943 wordt Radener benoemd tot  Staffelkapitän van het 6./JG 26. Op 11 September 1943 wordt hij van  dit commando ontheven als Naumann het commando krijgt. Radener wordt dan weer de tweede man. 
 Op 16 april 1944 wordt hij na zijn 16e overwinning onderscheiden met het Duitse Kruis in Goud. Op 11 mei schiet  hij een viermotorige B-24 neer, maar ramt daarna een tweede in zijn Focke Wulf 190 A-8 (WNr 680120)  “Brown 2”. Hij moet springen maar loopt slechts lichte verwondingen op

Op 15 juni loopt het echter slechter af  als hij door een aantal P-51’s in de Focke Wulf 190 A-8 (WNr 730934) “Brown 2” wordt neergeschoten.

Opnieuw moet hij springen, maar dit keer blijft de parachute aan het toestel haken. Hij slaagt er weliswaar in zich los te maken, maar loopt bij de landing zodanig ernstige verwondingen op dat hij tot het einde van juni buiten gevechtsacties wordt gehouden.
Op 9 september wordt hij dan weer benoemd tot Staffelkapitän van 7./JG 26. Tegen het einde van december staat hij al op 23 overwinngen en per 30 januari 1945 wordt hij benoemd tot Gruppenkommandeur van II./JG 26. 
Vervolgens gaat hij op 22 of 23 februari 1945 op verzoek van Anton Hackl over naar JG 300 om het commando van II./JG 300 op zich te nemen.
Op 12 maart 1945 wordt hij tenslotte onderscheiden met het Ritterkreuz
.

 Radener overleeft de oorlog en neemt weer dienst in de opgerichte Bundes-luftwaffe.
Door een vliegongeval komt hij op 8 januari 1957 om het leven in de buurt van Schöngau.   
“Waldi” Radener worden in de oorlog 37 overwinningen toegekend, maar hij maakt ook aanspraak op 14 niet bevestigde overwinningen. 
Op de foto hiernaast piloten van 4./JG 26 midden 1942. 
Van links naar rechts: Ofw. Willi Roth (20 overwinningen) , Lt. Ernst Janda (2 overwinningen), Fhr. Waldemar-H. Radener, Uffz. Gerhard Birke (5 overwinningen), Hptm. Kurt Ebersberger (30 overwinningen) en Fw. Adolf Glunz (72 overwinningen).

               terug naar Oorlog in de Regio